Een tenniselleboog, maar ik tennis niet! Hoe kan dat??
De tenniselleboog is een veel voorkomende blessure. De medische term is epicondylitis/epicondylalgia lateralis. Deze blessure komt niet alleen, zo als de naam doet vermoeden, bij tennissers voor. Slechts 5% van alle patiënten met een tenniselleboog tennist daadwerkelijk. Wel krijgt 50% van alle actieve tennissers één of meer periodes van klachten.
Een tenniselleboog is een overbelastingblessure waarbij de strekkers van de pols aangedaan zijn. Met name de aanhechting bij de elleboog geeft dan klachten.
Oorzaak
Er zijn verschillende oorzaken van het ontstaan van een tenniselleboog. Het ontstaan heeft dus niet altijd met tennis te maken. Bij langdurige en intensieve (herhaalde) belasting van de strekspieren kan overbelasting ontstaan.
Bij tennis kan dit bijvoorbeeld komen door: foutieve techniek, verkeerd racket en te dikke of dunne grip.
Andere oorzaken kunnen zijn: wasgoed of doekjes wringen, dragen van zware tassen, ramen lappen, langdurig computerwerkzaamheden en schilderen.
Tips
Gelukkig kunt u hier zelf wel wat aan te doen. Hieronder een aantal tips en oefeningen om deze klachten te kunnen voorkomen/verhelpen:
– aanpassen van de belasting (binnen de pijngrens);
– zorg voor afwisseling (niet te lang dezelfde houding en werkzaamheden);
– bij tennis zorg voor goede warming-up en laat je racket eens beoordelen door een professional;
– let erop dat bij typen, fietsen en andere activiteiten je pols zoveel mogelijk in een neutrale positie (in het verlengde van je onderarm) staat en knijp niet in het fietsstuur;
– bij uitwringen het doekje van je afwringen en niet met de pols omhoog.
Ook kun je 2 oefeningen doen om er voor te zorgen dat je klachten verminderen:
1: Rekken van de polsstrekkers: (foto 1.)
Strek de elleboog en buig de pols zover mogelijk naar beneden. Eventueel kun je met de andere hand de pols nog wat verder bewegen. Als het goed is voel je dan rek in je onderarm.
Dit houd je 30 sec. vast en herhaal je 3 keer achter elkaar en 2 keer per dag.
2: Trainen van de polsstrekkers: (foto 2.)
Leg je onderarm op de leuning van de bank of op tafel met je pols vrij. Breng met behulp van je andere hand je pols omhoog en laat deze dan weer langzaam (5-6 sec.) zakken. Doe dit 10 keer, 3 series en 1 keer per dag.
Mocht bovenstaande niet voldoende verbetering geven dan kun je altijd contact opnemen en helpen wij je verder.
Bart en Gemma van Fysiotherapie de Commissaris
Telefoon: 0522 – 25 55 55